schone vrouw
vrij naar een interview met Arno Hintjes, gewezen voorman van TC Matic
Claudien
om zeven gaat haar alarm
maar het voelt half zes
zelf lig ik nog als wol schanul
zo de nacht uit mijn hoofd verdrijvend
terwijl zij warm stortbadend wakker wordt
als ik bij zinnen kom is zij verdwenen
zij is bezig zeer bezig
trouw aan de waarheid
als een hond aan zijn baasje
graaft zij naar verhaal
haar bot in de grond
een mooi wijf is zij
een mens op bottines
'ne vrôh mei claudientjes'
zegt de Vlaming van Allure
gedrenkt in drugs en Rock & Roll
over het wezen van zijn dromen
hulpschaap
winter in Waals woudrookeen schaap helpt mij
het vuur ontsteken
een hap uit een krant
en een voorpoot op mijn hand
dan brandt de boom
die neerzeeg in de wei
bij de nawind na de storm
als een schok voor de beesten
duizend kilo hout
nutteloos horizontaal
uitgestrekt op een veld
waar slechts nog de schroei gloeit
dagen nog na de brand
pluimt vergeten rook
als een noodsignaal
boven de onheilsplek
windkracht 19
Blondie waaide nog net niet weg...
slagschip
makkers staakt uw wild geraas
uitslaande storm rukt het polderland neer
kapitale vierwielers vernederd tot schroot
onder ontwortelde bomen en een wankele voorgevel
het gemoed raakt een rondvliegende dakpan
de intensieve menshouderij ontbloot in naaktheid
op deze dag van onstuimigheid
nu de poldermens geborgenheid zoekt in zijn kelder
vinden wij de fundamenten van ons leven
zien dat het tijd is om te bouwen aan ons slagschip
een oorlogsmachine van blank staal
die ons voert naar de toekomst
beemsterzwaag zinkt weg in het veen
hmm, politiek onder zeeniveaukruistochtmoraal
t geniep konkelt
in alle rust naar een samenspan
om t onthutste land te regeren
weg van alle openheid
knuffelen potter en de nette mannen
betasten zij elkaar in duisterheid
dan hup! in spoed naar buiten
naar de trap van de vorstin
t klinkt dan op t landsbelang
op t VU nest en de rest
de kruistochtmoraal viert zege
t VOC-schip zeilt weer uit
de doodstraf herstelt in ere
kernenergie wordt groen en
Harry’s homohuwelijk ontbonden
tijd voor een ander land
stilstaan bij een steen
zwaar miskende objecten geven vorm aan herinneringsteen
eenzaam verdwaald
in een veld vol zuilen
alles rust in vrede stil
zelfs een steen staart
zwijgt voor zich uit
versteend leven
loos bestaan als blok
op een zerk
ruw doorkliefd
door tekst
die naam geeft
aan een ontbonden lijk
hervindt de steen zijn wezen