woensdag, januari 19, 2011

Mat

Eetcultuur in mineur

Interculturele kramp

Zijn kapsel is al goed Turks. Een allochtonische variant van de ‘mat’. Zijkant opgeschoren, en op hanenkamhoogte een dot krullend haar. Jong, een jaar of zestien. Elf uur des voornachts, een behoorlijk ontijdig moment om niet achter het huiswerk of achter een beeldbuis te zitten. Een nachtspijbelaar?

Zijn handjes friemelen wat aan mijn broodje in wording. Hij heeft een blauw shirt aan en is nog niet Turks stoer, eerder wat dik, te dik zelfs. Ik haat dat soort friemelhandjes. Die zijn zweterig en spekkig, onpersoonlijk. Kan dat joch er wat aan doen? Het verwarmingselement achter de vlezige cilinder die langzaam ronddraait sputtert wat van het vet dat uit het vlees spat. Zou het hallal zijn? Ik herinner me een docu over de herkomst van de Polderdöner. Heel soms was het vlees in leven nog lams (waarom zeggen allochtoniërs nooit gewoon lam?), maar vaak ook kalkoen, rund en heel soms wel eens onrein varkens (pardon: varken).

Ik denk aan wat er gebeurt als het corpulente lijf van het jongetje op de grill zou worden gespiest en walg van mijn eigen gedachte. Ik heb steeds minder zin in mijn broodje....

Het is gaar! Met zijn haakse slijptol (dacht vroeger altijd Haagse slijptol, maar ik begreep nooit wat daar Haags aan was) slijpt het mannetje schilfers van de vleeshomp. Hij vangt de slierten op in een zinken blik, draait zich om en begint de massa in mijn opengewerkte broodje te prakken. ‘Alles erbij?’, gebaart hij, met een saustoeter in de aanslag. ‘Ook sambal?’ vraagt hij daarna. Turken eten helemaal geen sambal en ik heb dit onderdeel van het ritueel altijd een zeer pijnlijk intercultureel misverstand gevonden. Zouden indonesiërs die een ‘Turkz Piedza’ eten zich daar wel eens over opwinden? ‘Ja’, verzucht ik. ‘Alles’.

Ik reken af met de degenerende verre nazaat van de trotse Ottomanen en zet op de drempel van de junkfoodtent al mijn tanden in de vormeloze massa vlees, saus, brood en onbestemde vitaminedragers. Mijn maag krimpt meer bij iedere hap die ik neem. Op karakter haal ik mijn voordeur. Volgende keer weer een broodje kroket!