vast
korte ontmoeting met een crimineelPHhonderd jaar eenzaamheid
gevat in een mens
ver weg
rauw
een cel
1600 man
10 jaar
overleven
de micro verstomt
mij grijpt hij
met zijn blik
laat me los
we groeten
staan op
ballen vuisten
kracht gewenst
jaren verder
grijnzen
gedachten
hoopje
jaren verder
grijnzen gedachten
hoop je
etc
dodenmars
we wachten onze tijd af in het dorp naast de gevangenis. een lijk wordt de kerk uitgedragen. in de kerktoren klepperen ooievaars.droefin Dueñas klinkt de dodenmarstriest door de misttraag stapvoets schrijdendzet een trompet invoor een laatste solo
de langste nacht
eind december, Castillia y Leon, centraal Spanje. het is hoog koud leeg en mooi. ik kan de slaap niet vatten.nacht ver weg blaft een hond verder klinkt stilte oorsuizendsterrenkou helder hoog ijselijk lichtde melkweg als een doorhaal aan de hemelen zwijgendtrekt de nacht voorbij vogels in de aangerijpte ochtendverwelkomen een nieuwe dag wijds uitzicht staat stilde hoogvlakte draait 180 gradenniks klinkt nog nergensdan een eerste schampschot zonlicht: ik val in slaap, uitgeput
vrachtwagenchauffeur
nu weet ik het zeker: werken is aan mij niet besteedeindeloosaf en aan rijden ze
zwoegers in de weer
de decemberstorm in
pallets volgeladen
adressen ingelezen
verlaten zij t magazijn
glazig rijdt t voort
zoekend naar straten
vervloekt zijn stadse engtes
breeduit draven zij
bruggen op, afrit af
op weg naar de klant
die schimpt dan luid:
‘te laat, te vroeg, te optijd’hij schimpt
schema's knellen
winkels sluiten
vrachten wachten zwijgend
de planning belt
hardvochtig eisend
schreeuwend in de voicemail
mannen als mieren
vol pijn in gewrichten keren onklaar huiswaartsniemand is vrolijkop deze dag zonder eindena een week zonder begin
3 december
verjaarblues, tijd voor reflectie...meer dan dierovervaren gedachtenvan mijn auto naar het eilandmeet ik mij met vriendendaar drijvend op het veenfeesten companen van toenbeperkt door het heden, meeslependbespreken zij hun bestaan, zijn samenenkelen verdwenen, zijn vergetengedachten geworden wezensna de maaltijd met wijn lopen de gesprekken ten eindeist morgenplicht een terugreisgedachten overvarenvan het eiland naar de auto'smeten mijn vrienden mij:in kalende chaos degenererendloopt hij zich te rijbewijzenterugetrokken holenmenszien zij nauwelijks zijn zoekennaar de eenvoud van het bestaanweinig meer dan dier