vogelvoer
reed bijna tegen zwarte vogel aan met een halve oranje onbestemde schijf in zijn snavel, net opgepikt in de berm voor t stoplicht...kraai meteen kraai in de lucht
met in zijn bek een bamischijf
gevangen in de berm
kraaien zijn dragers
van vogelvoer en lijken
overleven op het kerkhof
kadavers in kisten
en bamischijven in de berm
complexe materie
beroerd
hersenbloeding en nooit meer praten, interessante materie voor een linguistsprakeloos
Willem zwijgt, woord voor woordzijn lotsbepaalde stilte voortonverklaarbaar zijnogen blauw, stralen weerongenaakbaar ver vooruitop zoek naar verse horizontachtig jaar, vanzelfsprekendspraakvermogen afgelegdverder zonder taal
levenslust, momenten nog
de dood voor even uitgedaagdsprakeloos vol kracht
leven
Wilem ging varen op zee, kreeg een hersenbloeding maar lijkt het wel te redden.golvend bestaan
beroerte aan de einderverlamd gelaat en ledenprettig dicht bij eeuwigheidde branding door
met bloedend brein
als drenkelingen opgebracht
in stilte lacht de man
de bries was niet voldoende
voor zijn laatste vaart op zee
eindeloos door deinen golvenleven strekt zich verder uit
Willem is weer even
day off
wat was Pasen ook al weer? another day off?
paasbest
pasen opstandeling uit de dood
een kleurige kip en een chocohaas
wordt het ei flink gemarteld, roodblauw
en een lam met liefde vermoord
feest van veelvraat ter viering
van het einde van het hongeren
denkt de mens in rijen voor de kassa’s
aan plengoffers mooie wijnen
dagen dan lamlendig gesplitst
onder een lentezon aangenaam verwarmd
van dis naar dis gesleept, uitbundig vol
terugdenkend aan dat barre vasten
zorgelijk daarna de buiken bestreeld
opgespannen vellen overvuld met spijsen
naar de sportschool wekenlang
met ontlijvingsplannen voor de zomer
derde paasdag dan vol vreugde
op het versgekochte bankstel
een laatste paasei bij de koffie
rouwt een schaap om haar jong
6.3 Richter
mooie beelden van bergen op de televisie. zonde van die italiaanse puinhoop.Abruzzen
een berghelling natuurkracht
hoog en strak met sneeuw
tegen een blauw hemeldak
in het dal dwarrelt puinstof
neerstortend gedonder
ontredderde mensdier
de breekbare beschaving
beeft en vergaat
wacht in angst
maar bergen blijven
ongenaakbaar eigentijds
overleven leven moeiteloos