ongeremd dwars
verjaardag met een moeder die in opstand begint te komen.ma knaagt een wortel
een moeder op leeftijd
schraapt de resten van haar bord
schaamteloos knagend
op een wortelige sierbloem
de chinees als decorum
voor een jaarwisselende vrouw
de eenzaamheid trotserend
de ontluistering tegemoet
onbegrepen strijdend voort
schat zij het moment op waarde
maar slagregens op de ramen
tekenen mijn gemoed
gevangen in haar leven
verdwaald in een complex moeras
overgeleverd aan het vooroordeel
probeert zij te ontsnappen
eenieder draagt zijn kruis
bemind verguisd vermoord
controlerend geniaal of dom
gaat zij vooral op koppigheid
tijdelijk meer huisdieren
vier en zes jaar, geen piraten, dino's en plastic zwaarden, maar barbiepoppen, prinsessen en roze pony's...tranen
mijn kleine little pony paard
draaft schreeuwend door het huis
te klein voor haar, een sprong of wat
breekt een glas, niet erg niet erg
tranen! vloeiende aandacht
met barbie als voorbeeldgrote mensen kopie
de onschuld verliezen
'vijf schapen in de wei'
denk ik en sluit het hek
als twee meiden
drie dames
hooi voeren
Back in town!
Het is even wennen, twintig graden kouder, zes uur laterthuiskomstthuiswedstrijd veilig honkin dit land kop vol lentewaar schaapdikke winterlijvenstaan op springvol lamBrelse taferelen 'plat pays'waaien wolken voorbijfris aan de einder de zonwegbloemknoppen in wordingdagen lengen lichtopbrengstademhalen diepe zuchtenkan nu weer verdraagbaargekropen uit donkere holen kom maar lente welkomstwoordwinter heeft het afgelegdkom maar laagland veenkoloniemijn vliegtuig is geland
eeuwig onderweg
Impressies uit Indochinezeevis
strakke wind omvloeit mijn lijf
niet koud niet warm
volmaakt
een eiland vol dromen
nachtenlang leeg
verwaait
zeevis vliegt voorbij
aan de einder onverstoorbaarhet land optijdloos
onder de mangoboom
bedenkt ze haar werk
valt een gecko van de muur
eet een pad die nacht een mugdagenlange droogte
kleurt straten stofrood
tellen waait een zwoele zeewind
siesta uren slepen voort
hangmatten in de schaduw
dragen Khmer dagen nachten
blaft een hond in het duister
blaft een hond in het licht
Holiday in Cambodia
Onbegrijpelijk land, hard en rechtdoor
lost in Cambodia
het asfalt voorbij de jungle in
gaten in het land, gaten in de weg
richtingloze stofbak
alles blijkt onvindbaar
verlies ik mijn stem
bak ik mijn kuit, de uitlaat
omzeil ik tempels vol groot wild
blank en belaagd
‘hello sir, tuk tuk?’
zweet zoutbadend stofnest, droog
geef ik gas
onderdoor duizend jaar historie
gestoord land en ondermijnd
ledematen afgereten houten poot
gromt de Honda van genot
verwrongen natie uitgewoond
gemarteld door Pol Pot
massagraven vol
ter attractie
voor de ingevlogen rijken
verweg van hun bed
badend in creditcardgeluk
a holiday in Cambodia!
mensmentale wrakken
wuivend als palmen
naar ons, witte spekken
zonen van Dead Kennedies
hello hello hello hello hello…….!
naast restanten oorlogstuig
made in the USA
schenkt een man met een been
ons lachend thee
no bad feelings after all
als we hem vragen
waar de rest van zijn lichaam is
geraakt door contrasten
als buiten in nowhere city
kinderen elkaar vlooien
terwijl een Hummer passeert
the show must go on
nukkig vee kruist het asfalt
waterbuffels, biggen
koeien en een kip
na sunrise op het wegdek
na sunset in de pan
een ijskar raakt een monnik
ik verzorg mijn wond
ijl van verwarring
snap niks meer van dit land
en hallucineer
waar was ik
waar ben ik?