A12 blues

op en neer rijdend met vracht realiseerden wij ons dat zinloze systemen mensen beschouwen als betekenisvolle reeksen getallen

getallenreeksen

vrijdagochtend na de vroegte
wemelen loonslaven als mieren
naar de poorten van fabrieken
zij zijn getallenreeksen

tonnen verstuurde post
rondgereden door dieseltanks
zwerven uit over West-Nederland
het zijn getallenreeksen

met zwaar beladen tegenlicht
zwoegt Ron tachtig containers
het pad af naast de loods
wij zijn getallenreeksen

halfwegs tussen Gouda en Den Haag
onluikt een eerste middagfile
ruikt Ron zijn weekend in de verte

maar pas na de file terug bij af
is Ron geen reeks getallen meer
keert hij terug naar zijn Leven

van de schilderswijk naar verder

worstelen doet hij niet meer en binnenkort is hij chauffeur, doodzonde eigenlijk...

Johnny Bosch

duur zijn horloge
14 karaats ketting
en een hart van goud

breeduit lacht hij
dikke boems met een buik
na de boeken nu het stuur!

Johnny rijdt happy
naar zijn toekomst
als beroepschauffeur

net als in de film

over de ondergang van de oppervlakkigheid

superstar

in de kunstfabriek van Andy
straalt Superstar
van de dope en van geluk

verbaasd over het leven
vormbepaald door Warhol
de maat van oppervlakkigheid

een soepblik staart haar aan
en Superstar wordt moe
bevangen door de roem

dan komt het geweten
een motor pure liefde
rijdt voor haar het water in

aan haar de keuze nu
de diepgang of de sterren
de oppervlakte wint, helaas

de ondergang van Superstar

vrij naar: Factory Girl, George Hickenlooper

silence

weekend alleen in het bos, remy zwijgt, mediteert en observeert

niets

de dag zwelt aan
dallicht in een nevelsluier
raakt strijkelings het huis

honderd vogels zwijgen
op twee na luidkeels
onzichtbaar vanaf de grond

de zeis door laat zomergras
hakt stugge vezels kort
klein leed bij het herfstbegin

het oosten waait aan
heldere lucht stabiel een bries
vreemde geluiden van ver weg

de peer verliest zijn takken
zorgvuldig overdacht geknipt
in het laatste licht voor de avond

een warme vlaag lucht
stijgt op vanuit het dal
de wind draait naar west

het geeft niet, het was niets