maandag, januari 16, 2006

gefeliciteerd

een moeilijk verhaal deze keer. Over iemand als ik. Of mijn vader. Of beiden.

Hans zijn wij!

meneer pastoor is een schaapje kwijt
het voetvrijt met de wetenschap
onder aan de berg van meneer Pieter
op een weide voor de stadsmuur

meneer pastoor is een schaapje kwijt
ouderdom en grijsheid ravotten samen
het schaapje achterna
een weg terug bestaat niet

meneer pastoor houdt van preken
de waarheid is vervelend
maar moet altijd verkondigd
want zonder waarheid geen geloof


Hans galoppeert door het dal met de wijn
de dagelijkse draverij doet hem goed
de ledematen ontstrammen
en ook het gemoed laat wat los

aan het daleind een vlakte
een knooppunt van culturen
een Romaanse kerk als een woeste stier aan de einder
geel graan wuift naar het oosten
de nacht valt en begint te vreten

aan het gras onder het schaap

barst!
barst barst barst!
barst de kop van Hans uit elkaar
baart de tijd drift van verdrongen emoties
tranen van lucht worden blokken zout
bijten aan de ziel
valt het schaap Hans ten prooi
hompen vlees verscheurd bebloeden handen

het bloed, het vocht, zijn tranen rood
dus toch, want Hans is mens

snijdt de celdeling weg
ontdoet het lijf van zijn organen
blijkt het bloed toch tranen
rest nog de geest, de kracht, het verlangen
en meer nog verbondenheid, sterker dan ooit
onzichtbaar

want als de dood ons samenbrengt
vloeit alles wat vloeien kan
naar ons middelvliedend punt
(-dat kunnen wij alleen!-)
onze navels, lidtekens van doorgesneden banden
met moeders, dood of gestoord, onomkeerbaar
geen weg terug

is er alleen wat Hans ziet
is er alleen wat Hans voelt
voelt Hans meer dan hij ziet

voelt Hans meer dan hij voelt