donderdag, december 29, 2005

thuiskomen

Na asfalt van Parijs via Brussel en Antwerpen volgt onherroepelijk het zurige moeras, mijn land:

nederig

klotst als een zak eieren in een emmer zaad
het mens over de zompige vlakte
geen man is het en geen vrouw
dat daar uitziet over de laagte
het met zuur volgezogen veen

mist schemert het duister in
de dag schatert nog wat
maar geeft het op
zodra de nacht vastvriest aan de horizon

dit is mijn land
laag en bekrompen
verzuurd van gal en overdaad
verwend en verwijfd
het licht uit de ogen geslagen
door grote buren
en familielanden met passie

DAT ontbeert mijn land:
gevoel voor levenslieve hartstocht
de kilte overwonnen
de liefde voor wat echt is
de liefde voor de mens!

en toch blijft het mijn land
een natie vol moerasvolk
een landje als een slaaf
een voetveeg van de grootmacht

ontevreden onvolmaakt
maar zelfgeschapen strak voltooid

het land dat ik begrijp
in al zijn zieligheid
het is en blijft mijn laagste land