donderdag, juli 06, 2006

vochtige hitte

in de trein naar Belgie voor een keer. hitte op woensdag.

Van de Zee naar de Maas

de stad aan zee blijft achter op zinderend asfalt
ik verplaats mij naar het station
doorkruis de wijk
waar de blanke zich laven kan aan exoten
de Antilliaan en Mediterraan mij scrutineren
waarheen ik ga in deze hitte
door deze straat
op dit moment

de staatsie houdt stand
ongenaakbaar aan de rand van een sociaal moeras
geenszins gesmoord door de gesel van de zon
laat mij binnen in zijn systeem
laat treinen komen
laat treinen gaan

een van hen neemt mij mee
passeert steden
kilometers velden koeien
stalen bruggen over eeuwig stromend water
en haalt de landsgrens
waar de rails krommen van graden Celsius
en weer rechtgetrokken lijken

de zon zakt, wacht op de laatste zwoele nacht, twijfelt nog even
en gaat dan toch links van mij rood onder

nog een stad doe ik aan
die bolstaat van laster
in twee gespleten
door de Schelde en de haat

later weer schijt Brussel mij uit
de hoeren achter ramen
een zee van sigaretten
op de grond

de passagiers gelaten
ondergaan de klammende nacht, vermoeid door het late uur
het zweet op mijn bovenlip verkoeld door een muf ruikende bries
die binnenwaait door geopende ramen

weer verder gaat het
verder zuid langs de adsl lijn
op halfvolle snelheid
naar het meest verdorven deel van Europa

als ik dan rotsmassieven voel naderen
en de geur van de boulette sauce tomate frite mijn maag zo prikkelt
dat ik al dat plakkend zweet vergeet
weet ik dat ik er ben
stopt mijn trein aan de Maas